Hoe komt wie vliegt ooit tot bedaren

De Rotterdamse ondernemer M.A.G. (Dick) van der Leeuw, firmant van Van Nelle, was een gepassioneerd sportvlieger. Zijn levensverhaal leest als een ooggetuigenverslag van de Jazz Age van de Rotterdamse elite tijdens het interbellum (1918-1940); een tijd die werd gekenmerkt door hooggestemde idealen met aan de horizon de dreiging van het opkomend fascisme en de Tweede Wereldoorlog.
Dick’s moderne levensstijl stond niet op zichzelf maar werd mede ingegeven door zijn oudere broers Koos en Kees. Gedrieën stonden zij in Rotterdam bekend als ‘de sierbengels’.
Ze waren knap, droegen maatpakken en waren bruinverbrand van het vele reizen.
Alles waarmee zij zich omringden was mooi: moderne, ruime witte villa’s en buitenhuizen, stalen designmeubels, gestroomlijnde Amerikaanse auto’s en snelle sportvliegtuigen.
Als een vliegforens avant la lettre pendelde Van der Leeuw met zijn vliegtuig heen en weer tussen zijn woonhuis in Rockanje en ‘het glazen paleis’: de Van Nelle fabriek in Rotterdam. De vele vliegreizen die hij daarnaast met zijn vrouw Betty maakte worden in dit boek beschreven en geïllustreerd met de foto’s uit zijn reisdagboeken. In 1933 vloog hij via Italië naar de binnenlanden van Afrika waar hij als blanke met zijn magische machine een bezienswaardigheid vormde. Dick van der Leeuw werd, evenals zijn broer Koos, slachtoffer van zijn eigen passie. In december 1936 stortte hij bij een landingspoging op het vliegveld Waalhaven met zijn toestel in de Maas. De manier waarop hij hierbij de dood vond, betekende niet alleen het einde van een boeiend en veelzijdig leven, maar markeerde ook het slot van een lichtvoetig tijdperk, een wereld waarin het optimisme oneindig leek.